Roadtrip under Down Under! - Reisverslag uit Launceston, Australië van Suzanne Loon - WaarBenJij.nu Roadtrip under Down Under! - Reisverslag uit Launceston, Australië van Suzanne Loon - WaarBenJij.nu

Roadtrip under Down Under!

Door: Suzanne en Stijn

Blijf op de hoogte en volg Suzanne

31 December 2015 | Australië, Launceston

Lieve allemaal,

Begin december zijn wij vanaf Sydney naar Launceston gevlogen. Launceston is een plaatsje in het noorden van Tasmanië. Voor anderhalve week zouden wij in onze groene, gehuurde Hyundai alle mooie plekken van Tasmanië ontdekken.

DAG 1
Om kwart voor 6 in de vroege ochtend zaten we bepakt en bezakt in de trein naar Sydney Airport. Zo’n uur later zaten we in de lucht op weg naar onze volgende bestemming: Launceston, Tasmanië. Tasmanië is een staat van Australië en is groter dan Nederland en België bij elkaar en natuurlijk vooral bekend door de Tasmaanse duivel. Twee uurtjes later na vertrek uit Sydney, landen wij in Launceston. We haalden gelijk de huurauto op en lieten Launceston al gauw achter ons. We gingen namelijk op weg naar de Bay of Fires. De Bay of Fires bevindt zich in het noordoosten van Tasmanië en vanaf Launceston was het zo’n 2 uur rijden. Deze baai loopt van Binalong Bay tot Eddystone Point. De Bay of Fires is een gebied met witte stranden, helder blauwater en oranje/rood gekleurde granieten rotsen. Adembenemend! De kleur van de rotsen wordt gevormd door lichen (kortsmos), een organisme dat ontstaat uit alg. De naam van deze baai komt echter niet van de roodgekleurde rotsen. Bij de ontdekking van Tasmanië lang geleden zagen de ontdekkingsreizigers in dit gebied veel branden. Deze branden werden aangestoken door de Aboriginals om de grond vruchtbaar te houden. De naam was gevormd: Bay of Fires. Onze eerste stop was bij Seaton Cove. Hier hebben we lekker op het strand gelegen, aangezien het prachtig weer was met zo'n 24 graden en volop zon. Stijn heeft zelfs nog de koude stromingen van de zee overtroffen, al was dat niet voor lange duur ;). Verder hebben we een korte wandeling gemaakt, waar we moesten klimmen en klauteren om ons een weg te banen over de rotsen. We zijn doorgereden naar het plaatsje Gardens waar je een mooi uitzicht hebt over de baai. Onderweg zagen we nog een pelikaan voorbij komen. Na een heerlijk middagje vertoeven in dit paradijs reden we door naar Bicheno. Hier hadden we een hostel geboekt voor de nacht. In Bicheno zelf is niet zoveel te beleven en we hebben ons daarom vermaakt met een filmpje en potjes yahtzee.

DAG 2
Vandaag begonnen we aan de lange rit naar de hoofdstad van Tasmanië, Hobart. Onderweg maakte wij een stop bij het Freycinet National Park zo’n 120 km noordoost van Hobart. Het nationaal park is een schiereiland en je bereikt het park door het plaatsje Coles Bay. Het park bevat een deel van de ruige Tasmaanse kust en de trekpleister van dit park is Wineglass Bay (zover een van mijn favoriete baaien ;)) en de imposante granieten toppen van de Hazards. Wineglass Bay dankt zijn naam aan de wijnglas vorm die de kust van deze baai heeft. Echter voor je het uitzicht over deze baai bereikt, moet je een pittige wandeling omhoog maken. Onderweg kun je even op adem komen met een prachtig uitzicht over het plaatsje Coles Bay en bijbehorende baai. Vanaf het uitzichtspunt over Wineglass Bay zijn we naar Wineglass Bay Beach gelopen. Hier hebben we genietend van het prachtige uitzicht een boterhammetje gegeten. Aangezien wandelen nu helemaal ons ding is, besloten we niet dezelfde weg terug te gaan, maar de nog 3,5 uur durende wandeling langs Hazard Beach te nemen. Daarvoor moesten wij eerst de Isthmus doorkruisen. De Isthmus is een verbinding tussen Wineglass Bay en Hazard Beach en verbindt ook de twee graniettoppen. De isthmus bevindt zich tussen de bergen en bestaat uit zand en alluviaal (los materiaal dat als sediment door een rivier wordt afgezet als een rivier overstroomt). Hazard Beach is een lang gestrekt strand en geeft niks anders dan een prachtig uitzicht, het geluid van de zee en de wind door bomen. Terwijl ik lekker in het zonnetje (want het was weer een prachtige dag) zat te genieten, kon Stijn zijn geluk niet op met alle schelpen die op het strand waren aangespoeld. De ene mooie schelp naar de andere werd gevonden en toen we het strand verlieten waren onze tassen 3 kilo zwaarder met alle schelpen die mee naar huis moesten worden genomen. Vanaf Hazard Beach is het nog zo’n 2 uur lopen over een heuvelachtig pad naar de parkeerplaats. Vanaf dit prachtige nationale park reden wij door naar Hobart, waar wij de komende 4 dagen zouden verblijven.

DAG 3
Vanaf deze dagen werd het weer niet echt om over naar huis te schrijven, dus dat zal ik dan ook niet doen. Deze zaterdag stond de Tasman Peninsula op het programma. Dit is een schiereiland in het zuidoosten van Tasmanië en is verbonden door middel van een isthmus (landengte), Eaglehawk Neck genoemd. Voordat we het schiereiland opreden, hebben we een stop gemaakt bij Pirates Bay look out waar je een uitzicht hebt over het prachtige schiereiland en de kustlijn met de belangrijkste bezienswaardigheden: Tesselated pavements, Tasman Arch, Devil’s kitchen en the Blowhole. Eerste stop (aangezien we de afslag naar de Tessellated Pavements hadden gemist) was de Tasman Arch. Deze boog in een rotsklif is gevormd door miljoenen jaren erosie door het zeewater. Het water baant zich een weg door de klif en zo ontstaat er een opening. De Tasman Arch en de Devil’s kitchen zijn door het zelfde proces ontstaan, maar het enige verschil tussen deze twee ongewone formaties is dat de boog bij Devil’s kitchen is ingestort. De Blowhole is op een soortgelijke manier ontstaan en het is een zeer smalle opening in een rotsklif. Het zeewater wordt met kracht door deze smalle opening geperst en de golven slaan na de opening met geweld stuk op de rotsen. Hierna reden we naar Waterfall Bay. De weg vinden hier is erg makkelijk, want de straatnamen zijn genoemd, naar waar de weg naartoe rijdt. Wil je dus naar Waterfall Bay, dan volg je de straat Waterfall Bay Road. Helaas begon het toen we aankwamen flink te regenen en was Waterfall Bay gehuld in wolken. Daarom zijn we maar doorgereden naar Port Arthur. Port Arthur is een klein dorpje en is opgericht om te dienen als criminele nederzetting. Hier werden tijdens de 18e en 19e eeuw (vooral Britse) criminelen naar toegestuurd om hun straf uit te zitten. Bij de toegang tot het stadje krijg je een spelkaart (Suus: schoppen vijf, Stijn: ruiten vier). Deze kaart is je houvast en is gebonden aan een veroordeelde op Port Arthur. Aan de hand van je crimineel volg je de tentoonstelling over Port Arthur. Zo krijg je inzicht in hoe het leven op deze plek heeft moeten zijn. In de entreeprijs zat een rondleiding en een ferrytocht, dus hier hebben we ons natuurlijk voor opgegeven. Aangezien het nog steeds aan het regenen was, heb ik snel voor de rondleiding nog een prachtige felblauwe poncho gekocht. Stijn was daar natuurlijk erg van onder de indruk en erg jaloers op! In deze 20 minuten durende rondleiding kregen we meer te weten over de geschiedenis van Port Arthur. Uitlopend van de oprichting van Port Arthur in 1833, de veroordeelden en hun misdaden, het leven in Port Arthur, mislukte ontsnappingen, strenge straffen tot de sluiting van de gevangenis in 1877. Port Arthur had een van de strengste maatregelen in de Britse strafsysteem en Port Arthur is een voorbeeld van gevangenissen die gebruik maakten van de ‘Separate Prison’. Gebouwd in 1853 deed deze afgesloten gevangeniscel dienst als een soort dwangkamer. Het principe ‘Silent System’ gold hier en gevangen in complete stilte en duisternis na te denken over wat ze hadden gedaan. Je kunt begrijpen dat in deze cel vele gevangen zijn doorgedraaid door het gebrek aan licht en geluid. Naast de ‘Separate Prison’ stond een psychiatrische opvang (opzet of puur toeval) en konden doorgedraaide gevangen gelijk worden opgevangen. Na deze rondleiding hebben we zelf een klein rondje door het dorp gelopen voor we aan boord gingen van de ferry. Deze ferry voer langs de kust van Port Arthur waardoor je zicht had op het hele dorp. Daarnaast vaart de ferry langs de Isle of de Dead. Op deze plek ligt de begraafplaats, waar alle overleden gevangen werden begraven. Ook brachten we met de ferry een bezoekje aan Point Peur. Point Puer was een aparte gevangenis voor jonge jongens. In deze gevangenis waren de jongens verplicht onderwijs te volgen en een ambacht te leren. Sommige getalenteerde ambachtslieden zijn hier zelfs opgeleid. Na deze ferry tocht hebben we nog het Asylum bezocht. Deze deed in de tijd van de veroordeelden dienst als psychiatrische inrichting. Nu doet het diens als museum. In dit museum hangt een fototentoonstelling met afstammelingen van veroordeelden in Port Arthur. De volgende generaties werden gefotografeerd met de misdaad die hun voorvaderen hadden gedaan. Veel veroordeelden op Port Arthur waren veroordeeld voor diefstal. Straffen konden oplopen tot levenslang voor het stelen van schapen. Stijn en ik hebben nog gekeken of wij geschiedenis hadden op dit schiereiland, maar dat bleek (heel verrassend) niet zo te zijn. Op de terugweg naar huis vonden we wel de afslag voor de Tessellated Pavements en maakten we daar een korte stop. Tessellated Pavements zijn platte rotsen die zijn verdeeld in (on)regelmatige rechthoeken door breuken in de rotsen. Dit proces heeft ook te maken met erosie. Na dit korte bezoekje zijn we terug gereden naar het hostel. Ik verbaasde me elke keer weer als we door Tasmanië reden over de hoeveelheid road kills langs de weg. Er lijkt zonder grappen om elke 100 meter wel een aangereden dier te liggen. Dit kan te maken hebben met de slechte verlichting op de Tasmaanse wegen en het feit dat al deze dieren nachtdieren zijn. ’s Avonds hebben we rustig aan gedaan en met een groot deel van het hostel naar ‘The Butterfly effect’ gekeken.

DAG 4
Deze dag begon met een ontbijtje op de Farm Gate market in het centrum van Hobart. Stijn en ik stonden op het punt van weggaan, toen ik mijn naam hoorde. Verbaasd keek ik op en keek recht in het gezicht van Michael. Michael, een Russische Duitser, is een goede vriend uit Melbourne. Super toevallig, aangezien we geen idee hadden dat wij ons allebei in Hobart bevonden. We hebben even kort bijgekletst. Aangezien we allebei op het punt stonden om weg te gaan, spraken we af om ’s avonds even goed bij te praten. Na deze leuke hereniging maakten Stijn en ik onze weg naar de Farm Gate market. Op deze markt kun je producten kopen die in Tasmanië zijn geproduceerd zoals kaas, kersen en wijn. Wij hebben lekker genoten van een pizzaatje en hash browns (geraspte gebakken aardappel) als ontbijt. Na deze markt reden we met de auto naar Mount Wellington. Deze berg is 1269 meter hoog en verschaft je boven op de top een prachtig uitzicht over Hobart en omgeving. Echter als de top niet gehuld is in wolken. Boven op de top was er weinig te zien van Hobart aangezien de top verdween in de wolken. Alsof het geluk toch een beetje aan onze zijde stond, ontstond er een kleine opening tussen de wolken. Net groot genoeg om een glimp op te vangen van Hobart. Door de wolken, kou en lichte regen waren we snel weer op weg naar beneden. Eenmaal terug onder de wolken, zijn we nog even gestopt langs de kant van de weg. Zo hebben we toch nog even kunnen genieten van het mooie uitzicht over de toch wel grote stad Hobart. De rest van de middag hebben we Hobart stad verkend. We hebben een bezoek gebracht aan de Waterfront, het centrum (mét shoppingstreet uiteraard) en de Tasmanian Museum and Art Gallery. In dit museum hebben ze een uiteenlopende collectie, die vooral gericht is op de Tasmaanse cultuur en biodiversiteit. ’s Avonds hebben we rustig aangedaan en bijgepraat met Michael. Michael was op zoek naar medereizigers met een auto om zijn reis door Tasmanië voort te zetten naar Launceston. Gelukkig voor hem hadden wij een auto, een plekje vrij en waren wij op weg naar Launceston. We zijn toch wel vroeg ons bed ingedoken, aangezien de volgende dag een zware wandeling op ons programma stond.

DAG 5
Op naar Maria Island! Maria Island is een bergachtig eiland aan de oostkust van Tasmanië. Een ferry tochtje van een half uur zet je af in hét dorp van Maria Island, Darlington. Dorp kun je het niet echt noemen, want het bestaat uit 3 huisjes. Maria Island heeft geen permanente inwoners, op een aantal rangers na. In Darlington vind je verwijzingen naar de geschiedenis van het eiland. In de 19e eeuw diende dit eiland namelijk als gevangenis waar veroordeelden naartoe werden gestuurd. Wij lieten Darlington al gauw achter ons en begonnen aan onze helse wandeling 620 meter de hoogte in richting Bishop and Clerk. Dit zijn twee naast elkaar staande rotstoppen die worden zo genoemd door hun gelijkenis met een bisschop met een mijter gevolgd door een geestelijke. De dag begon grijs en bewolkt en volgens het weerbericht zou dit de komende dag ook niet meer veranderen. De wandeling leidt je via graslanden langs de rand van Fossil Cliffs. Langs deze klif vindt je de fossielen van de schelp Eurydesma die zijn samengeperst in de rotsen. Er zijn zelfs rotsen die vrijwel alleen maar uit deze schelpen bestaan! De zachte delen van deze schelpen zijn door de jaren heen weggerot en alleen de harde schaal is overgebleven. Sommige fossielen zijn meer dan 300 miljoen jaar oud! Na de Fossill Cliffs leidt de wandeling je door open bos en hoge bossen. De wandeling gaat dan al aardig steil omhoog, vonden wij. Echter dit was niks vergeleken bij het laatste deel van deze wandeling. Het laatste deel van de wandeling bestaat namelijk uit rotsachtige hellingen en keien voordat je de top bereikt. De echte bergbeklimmer kwam bij ons naar boven toen wij over de rotsblokken klommen, ons aan rotsen omhoog trokken en van rots naar rots sprongen. Na een helse, uitputtende wandeling maakte het uitzicht alles goed. Vanaf 620 meter hoogte heb je een adembenemend uitzicht. We hadden nog geluk ook! Gedurende de beklimming was het langzaam opengebroken en eenmaal op de top hadden we een strak blauwe hemel met zon. Hierdoor konden we mijlenver kijken. Vanaf de top had je zicht op de Freycinet Peninsula, verschillende eilandjes langs de kust, de Fossil Cliffs en de oostkust van Tasmanië. Boven op de top hebben we een tijdje gezeten om weer op adem te komen, een bammetje gegeten, maar vooral genoten van het prachtige uitzicht! De top bestaat eigenlijk uit een aantal rotsblokken en heel veel bewegingsruimte is er niet (vooral niet als je het plekje moet delen met 8 anderen). Door de harde wind bovenop was het voorzichtigheid geblazen. Met een kleine glimp over de rand, duizelt het je hoe hoog je eigenlijk zit. We deelden ons plekje boven op met een Duits gezin. Toen ik mijn selfiestick tevoorschijn haalde, hoorde ik wat Duits gegrinnik aan mijn linkerkant. Ik heb ze even maar even laten zien hoe handig een selfiestick is. Vooral toen ons werd gevraagd een familiefoto boven op de top te maken. Nadat we weer helemaal waren bijgekomen, begonnen we aan de afdaling naar beneden. Glijdend over de rotsen baanden wij ons een weg naar beneden. Ondertussen was de temperatuur al aardig toegenomen! Veilig en wel kwamen wij 4 uur later na de start van ons wandeling, binnen de tijd weer beneden. Om half 5 zou onze ferry weer vertrekken naar het vasteland, dus hadden we na deze wandeling nog even tijd om de Painted Cliffs te bezoeken. Een wandeling van een half uur bracht ons bij deze zeldzame rotsformatie. Op deze rotsen is een bijzonder patroon ontstaan door grondwater dat naar beneden sijpelt door reeds gevormd zandsteen dat sporen van ijzeroxiden achterlaat. Deze ijzeroxiden geven het kleurenpatroon in deze rotsformatie. Dit proces is waarschijnlijk miljoenen jaren geleden ontstaan. De Painted Cliffs zijn alleen te bereiken tijdens eb. Wij waren gelukkig nog net op tijd! Zowel op de heen- en terugweg naar de Painted Cliffs hebben we wildlife gespot: de wombat. De wombat is een buideldier en heeft wel wat weg van een kleine beer. De wombat was zo in de ban van zijn maaltijd, dat wij hem op de heenweg ongestoord over zijn rug konden kriebelen. Op de terugweg kwamen we de twee wombats niet etend tegen. Toen wekte wij toch wat argwaan op bij de twee wombats en eentje ging er dan ook met een drafje vandoor. Wombats lijken logge dieren, maar ze kunnen snelheden van wel 40 km/h bereiken! De overgebleven wombat keek ons met een schuin oog nog even aan voordat hij zich weer op zijn late middag snack stortte. Eenmaal etend konden wij hem weer ongestuurd over zijn hoofd aaien. Dat is nog eens geconcentreerd eten! ;). Maar laat je niet misleiden door hun lieve uiterlijk. De achterkant van een wombat kan alles doorstaan. Kruip daarom nooit in een rioolbuis met een wombat in de buurt. Het schijnt dat als een wombat met zijn kont voor de buis kruipt, je dan kan doen wat je wil, maar de wombat geen millimeter zal verplaatsen. En dan is het maar de vraag of je ooit nog de buitenwereld zal zien ;). Deze goed ontwikkelde achterkant, gebruikt de wombat om zijn hol af te sluiten van roofdieren zoals dingo’s. Dingo’s kunnen bijten wat ze willen, de wombat zal geen krimp geven. Er zijn zelfs verhalen dat wombats dingo’s, die zo moedig waren om hun hoofd in het hol te steken, hebben geplet met hun sterke bilpartij. Ze schijnen zelfs over hekken heen te kunnen springen. Interessante wezens, die wombats! Stijn heeft zijn toekomstige huisdier al gevonden. Om half 5 namen wij de ferry over de ruige zee weer terug naar het vasteland. ’s Avonds waren we zo kapot van deze uitputtende wandeldag dat we als een blok in slaap vielen.

DAG 6
Vandaag stond Bruny Island op het programma. Het was maar een kort ritje vanaf Hobart en we hadden wat extra gezelschap vanaf nu. Michael zou de komende dagen met ons meereizen namelijk. Toen we met de pond eenmaal op het eiland aan waren gekomen, konden we vertrekken richting de eerste bezienswaardigheid: The Neck. Dit is een strook land dat het noordelijke en zuidelijke deel van het eiland met elkaar verbind. Het frappante is dat deze strook aan weerszijde een strand heeft en een belangrijke broedplaats is voor pinguïns. Helaas geen pinguïns gezien, maar wel een ei dat goed verstopt. Een klein klimmetje omhoog en je had er een mooie uitkijk op. Gelukkig was het nu nog wel droog, maar dat zou niet lang meer duren. Volgende stop: Grass Point en Fluted Cape. Bij het eerstgenoemde zouden zeldzame albino wallibies te zien zijn. We hebben wel wat wallibies weg zien hoppen, maar er zat helaas geen spierwitte bij. Bruny Island schijnt de enige plek ter wereld te zijn waar ze voorkomen. Vanaf Grass Point besloten we de Fluted Cape te beklimmen om vanaf daar van een bammetje met prachtig uitzicht te genieten. Het boterhammetje met Nutella ging er prima in na de steile klim naar de 270 meter hoge piek, maar helaas liet het uitzicht zich af weten. Dikke wolken pakten zich samen rond de piek, waardoor je soms niet eens de afgrond onder je kon zien. Helaas niet het geluk dat we de dag ervoor op Maria Island hadden. Vrij snel begonnen we dan ook weer met de klim naar beneden om misschien onderweg nog een albino wallabi te zien. Maar helaas! Het weer sloeg ook om, maar dat mocht de pret niet drukken. Bruny Island is niet alleen prachtig vanwege zijn fenomenale uitzichten die je er hebt op een mooie heldere dag, het staat ook bekend om zijn delicatessen. Met oesters, chocolade fudge, verse bessen en lokale kaas en wijn zouden wij de middag prima doorkomen. Omdat de oester mij in Sydney toch niet zo goed bevallen was, zijn we maar naar de fudgezaak gegaan. Een klein pittoresk winkeltje met ambachtelijke fudge en chocolade. Hier en daar kon je wat dingetjes proeven en we waren al snel om. Heerlijke zachte chocolade, die op je tong smelt! We hebben meteen een voorraadje gekocht voor de rest van de dagen op Tasmanië. Het liep al tegen het eind van de dag aan en we vonden dat we wel wat te drinken hadden verdiend. Kaas en wijn it is! Wederom een klein ambachtelijk tentje waar ze je de kaas laten proeven met een leuk verhaaltje erbij. De kaas beviel ons wel, dus besloten we na de proeverij, maar een kaasplankje te kopen om die onder een afdakje in de regen op te peuzelen met een wijntje erbij. Ondanks dat het weer vandaag niet helemaal mee zat, hebben we zo dus toch een hele leuke dag gehad!

DAG 7
Tasmanië van oost naar west over kruisen is wat we vandaag zouden gaan doen. Vroeg in de morgen lieten we Hobart achter ons om landinwaarts te rijden naar het eerste nationale park van de dag: Mt. Field. Omdat we zo vroeg waren we vertrokken, kwamen we daar aan voor de rest van de dagjes mensen en hadden we het park vrijwel voor ons zelf. De eerst wandeling die we maakten was door 'the Land of the Giants'. Een korte verfrissende ochtendwandeling tussen 's werelds hoogste bomen door. De eucalyptussen die hier staan (Eucalyptus Regnans) zijn de namelijk de grootste loofbomen op aarde. Ik geloof dat ze wel 100m kunnen worden! Ze worden in de strijd om grootste boom alleen nog overtroffen door de sequoia’s in Californië. Tijd voor een volgend indrukwekkend aanzicht, want Mt. Field staat vooral bekend om de Russell Falls. Intussen hadden we in Australië al tientallen watervallen gezien, maar deze waterval spande toch wel de kroon. Een hoge, brede en volle waterval is wat we te zien kregen! Omdat het de dagen ervoor geregend had, was de waterval prachtig vol. Het is moeilijk te omschrijven hoe mooi het was, maar gelukkig hebben we er een boel foto's van. Het schijnt bovendien zo te zijn dat je bij deze waterval vogelbekdieren kan zien, dus hebben we daar nog even op staan wachten. Helaas lieten ze zich niet zien en zijn we verder gereden naar onze volgende stop om daar ons geluk nog eens te beproeven. Lake St. Clair ligt eigenlijk precies in het midden van Tasmanië, dus we lagen goed op schema toen we daar rond het middaguur aankwamen om onze lunch weg te knabbelen. Hierna zijn we langs het meer gaan wandelen. Onderweg kwamen we een echidna tegen, die ook met zijn lunch bezig was. Een echidna is eigenlijk een soort egel met een lange snuit en een buidel. Vervolgens passeerden we de Watersmeet om uiteindelijk in Platypus Bay uit te komen. Voor de tweede keer vandaag stonden we op de uitkijk voor vogelbekdieren (eng:platypus) . Om er eentje te spotten zijn twee dingen belangrijk: stil zijn en geduld hebben (twee van mijn beste eigenschappen). We hebben dus een lange tijd staan turen door de schotten die daar stonden en jawel hoor, daar was er dan eindelijk een! Een eindje uit de baai kon je een rimpeling in het water zien en als je je ogen even goed samen kneep kon je de karakteristieke contouren van het beestje onderscheiden. In de hoop dat ie aan land zou komen zijn we nog een tijd blijven staan, maar op den duur raakte ons geduld dan toch op. Op de terugweg liepen we ook nog tegen een pademelon (miniatuur kangoeroe) met een jonkie in haar buidel aan. In de korte tijd dat we bij Lake St. Clair waren, hebben we dus drie mooie dieren gezien, dus ik was helemaal in mijn nopjes. Het derde national park is een hele mond vol: Franklin-Gordon Wild Rivers National Park. Dit park was prachtig om doorheen te rijden en links en rechts van de weg had je stops, waar je wandelingen kon starten of van het uitzicht kon genieten. Aan het eind van de middag zijn we nog naar een heuveltop gelopen met een prachtig uitzicht over de vallei. De Nelson Falls, die eigenlijk niet ver van de weg af lagen, waren voor ons de afsluiter van de dag. Na deze prachtige, maar lange dag, waren we blij dat we bij ons hostel waren aangekomen. Stijn en ik sliepen in een schattig hutje en Michael besloot om in de auto te gaan slapen. Maar niet voordat er de nodige fanatieke potjes yahtzee werden gespeeld en er nog wat van de fudge gesnoept werd!

DAG 8
Deze dag stond er iets minder op de planning, dus konden we lekker iets langer blijven liggen. Heerlijk uitgeslapen stapten we weer in ons groene racemonster om richting het noorden naar Montezuma Falls te rijden. We hadden ons alleen een beetje vergist in de lengte van de wandeling ernaartoe. Het was namelijk een van de Great Short Walks, maar hij duurde wel drie uur. Noem het maar kort. Maar dit gaf ons de gelegenheid om Michael wat Nederlandse tongbrekers te leren. Na verloop van tijd had hij "de kat krabt de krullen van de trap" toch aardig onder de knie. De tongbrekers voor gevorderden passeerden ook nog even de revue, maar die bleken al snel toch te moeilijk te zien. Mocht een van jullie dus ooit een kale Duitse jongen tegen komen die alleen de "de kat krabt de krullen van de trap" en "mag ik een biertje, dankjewel" zegt, dan is de kans erg groot dat dit Michael is. Zo ging de wandeling toch aardig snel voorbij en voor we het wisten waren we bij de op een na hoogste waterval van Tasmanië met zijn 104 meter. Wat we bij andere watervallen nog niet eerder hadden gezien, was de hangbrug die er gespannen was, zodat je helemaal een prachtig zicht op de waterval had. Vlakbij de waterval had je een soort tunnel waar je een eindje in kon lopen. Niks voor mij, maar Michael en Stijn wilden toch eventjes gaan kijken. Ze hadden een zaklamp aan en schenen op de grond om goed te kunnen zien waar ze liepen. Aan het eind van het tunneltje schenen ze ook op de wanden van de tunnel, die dus bezaaid was met spinnen! Hilarisch hoe Michael gillend als een keukenmeid de tunnel uit kwam. Ook wel leuk om te vertellen is dat de weg naar de waterval toe oorspronkelijk een treinrails was. Hier en daar liep je dan ook nog over de bielzen en op foto's lieten ze zien hoe de trein vroeger dan langs de waterval kwam. Dat moet een prachtig gezicht geweest zijn. Op de terug weg naar Strahan zijn we nog gestopt bij de Henty Dunes. Wij dachten dat je wel even op het duin kon klimmen om dan naar het strand te lopen. Maar deze duinen waren toch ietsje groter dan die wij aan de Nederlandse kust hebben. Nadat we door het mulle zand op het duin waren geklommen, zagen we dat het misschien wel een kilometer of wat door het mulle zand heen was naar de zee. Dit hebben we dan ook niet gedaan, maar we hebben wel een eindje door de Australische versie van de Loonse en Drunense duinen gelopen. Terug in Strahan zijn we na een lekker pittige spaghetti Aglio Olio ons bed ingedoken, want de dag erna zouden we Cradle Mountain gaan beklimmen!

DAG 9
We hadden ons goed voorbereid op een barre tocht naar de bergtop. Stijn had zich sexy in mijn legging gewurmd om onder zijn broek te dragen en ik had mezelf ook warm aangekleed en de fudge in mijn rugzak gestopt. Ieder had ook een koud biertje bij zich, zodat we konden proosten als we de top bereikt hadden. Na de strakke voorbereiding zijn we al duimend in de auto gestapt in de hoop dat het zou stoppen met regenen. Maar het bleef maar regenen. Bij het bezoekerscentrum van Cradle Mt. hebben we dus nog maar twee unisex regenjacks op de kop getikt zodat we als echt ANWB-koppel aan de dag konden beginnen. Zelf had ik ook nog een paar lekker warme bergsokken gekocht. Nu we echt helemaal water -en winddicht waren aangekleed konden met onze gekke Duitse vriend aan de wandeling beginnen. Michael vond het niet nodig om een lange broek aan te trekken en liep dus vrolijk in zijn shorts rond. Bij Ronny Creek begonnen we. Dit is ook het startpunt van de Overland Track, een zesdaagse wandeling door het berglandschap van Tasmanië dat eindigt in Cynthia Bay bij Lake St. Clair. Het begin liep eigenlijk vrij soepel en vlak over een boardwalk door de heide. Daarna werd het wat steiler en werden er hier en daar wat kledingstukken uitgetrokken, want het miezerde alleen nog een beetje en we kregen het toch wel warm. Al snel bereikten we Crater Lake, waar we een stel passeerden dat van top tot teen was uitgerust met spullen. Duidelijk was dat zij aan de Overland Track waren begonnen. We pakten steeds meer hoogtemeters met Crater Lake aan onze linkerkant. Hoe hoger we kwamen, hoe meer de wind en soms ook regen opstak. Het laatste stuk naar Marions Lookout moest je echt klimmen en je vast houden aan de ketting die er was gespannen. Eenmaal boven waren we helemaal niet meer beschut tegen de snijdende wind. Maar ervaren wandelaars die we nu zijn, wisten we al snel een plek achter een rotsblok uit de wind te vinden. Hier konden we even ons suikerspiegel op peil brengen met een banaantje en een stukje fudge. Vanaf Marions Lookout kun Cradle Mt. en Dove Lake zien, maar toen we aankwamen was Cradle Mt. gehuld in wolken, dus bleven nog even geduldig op ons schutplaatsje wachten. En ja hoor! Niet veel later begon het wat open te trekken en konden we Cradle Mt. in volle glorie zien met aan de voet het prachtige Dove Lake. Nu het wat was opgeklaard besloten we de toch richting de berg voort te zetten. Het weer sloeg echter helemaal om. We liepen over een boardwalk in de open vlakte toen we van de zijkant werkelijk waar bekogeld werden door hagel. Michael had zijn korte broek nog aan en moest voor een moment even achter Stijn en mij schuilen, omdat het zo hard ging. Nog steeds met fikse hagel die tegen ons aan sloeg, zijn we zijwaarts lopend verder gegaan. Even later arriveerden we bij de laatste stop voor de bergtop, de Kitchen's Hut. Dit was eigenlijk een soort noodgebouwtje voor wandelaars als het weer echt te bar en boos werd. Zoals nu dus. Hier spraken we een aantal andere wandelaars, die al richting de top waren geweest. Ze zeiden dat het zeker nog 2 uur lopen was, het er sneeuwde en hagelde en dat er geen uitzicht was vanwege de wolken. We hebben dus maar besloten om de top te laten voor wat hij is en onze weg naar beneden te vervolgen. Ook de tocht naar beneden kenden namelijk wat onverwachte weerswisselingen. We hebben op die berg echt alle vier de seizoenen in een paar uur meegemaakt! Omdat we de top van de berg niet meer hadden gedaan, hadden we nog tijd voor iets anders leuks: Devils@Cradle. We konden Tasmanië natuurlijk niet verlaten zonder een Tasmaanse Duivel te zien. Vlakbij de Cradle Mt. heb ze een plek waar deze doerakken in een beschermde omgeving leven. We waren behoorlijk op tijd daar, zodat we onze spullen nog even konden drogen en onze voeten konden warmen aan het kacheltje binnen. Helemaal weer droog en warm kregen we daar een interessante rondleiding langs de duivels en het werd wel duidelijk waarom ze het duivels noemen. Het zijn namelijk felle beestjes, die zich niet op hun kop laten zitten. In het wild overleven een hoop jongen het ook niet bij de strijd om moeders tepels. En velen volwassen duivels zitten dan ook onder de littekens uit hun jeugd. Fascinerende dieren! Een ander die dat mij erg gefascineerd heeft, is de Quoll. Dit zijn kleine hermelijnachtige beestjes. Ze zijn er schattig uit, maar het zijn eigenlijk ook duivels. Deze kleine beestje kunnen wallabies 2x zo groot uitschakelen. Oppassen geblazen dus! Na de duivels lieten we de bergen met het onvoorspelbare weer achter ons. We overnachtten namelijk in Penguin, een plaatsje aan de noordkust van Tasmanië niet ver van Devonport af. We hadden geen zin om nog eten te maken, dus hebben we onszelf verwend met een lekker Thais maaltje, waarna we voldaan konden gaan slapen na deze innoverende dag.

DAG 10
Na dagen genoten te hebben van de flora en fauna en wat Tasmanië allemaal nog meer te bieden heeft, was dan onze laatste dag aangebroken. We hadden geen brood of beleg meer over, maar daar hadden we een goede oplossing op gevonden. Op de route van Penguin naar Launceston lag namelijk House of Anvers vlak naast de snelweg. Een chocoladefabriekje waar je heerlijk kan ontbijten. Alle drie namen we de Belgische wafels met hazelnoot, chocolade en ijs en een kop warme chocolademelk. Echt een licht ontbijt was het niet, maar wat was het lekker! Naast het ontbijtcafeetje zat ook een winkeltje waar we nog wat extra fudge kochten, ditmaal voor het thuisfront. In Launceston zijn we nog naar de Cataract Gorge Reserve geweest. Eigenlijk een heel mooi park net buiten de stad, waar je lekker rustig rond kon wandelen. Wel zo lekker na al die fikse wandelingen de laatste dagen. We hebben daar dus lekker aan de Gorge in het zonnetje gelegen nadat we nog over de Alexandra Suspension Bridge zijn gelopen. Uiteindelijk was het toch echt tijd om Michael af te zetten bij zijn hostel en zelf richting het vliegveld te gaan. In de stad moesten we een beetje zoeken waar we naartoe moesten. De auto achter ons lette alleen niet echt op dat kleine groene auto dat niet al te snel de bocht om ging en voor we het wisten zat zijn grote Toyota truck tegen onze achterkant. Een flinke deuk achterin, maar gelukkig met de schrik vrijgekomen. De vakantie dus letterlijk met een knal geëindigd!
MELBOURNE

Een uur later stonden we weer op Melbournse grond, dat voelde toch een beetje als thuis komen! De terugreis met het openbaar vervoer naar huis, heeft ons langer geduurd dan de hele vlucht. Rond een uurtje of 10 kwamen we weer aan bij Benny en Melissa. Wij hadden geen sleutel en met niemand thuis heeft Stijn zich met zijn opgedane klimervaring over het gewerkt en de deur geopend. We hadden ons op de bank gesettled en met Benny, Melissa en Monica eenmaal thuis kwamen alle vakantieverhalen naar boven. De rest van de dagen hebben wij rustig doorgebracht. Op zondag hebben Stijn en ik een ander talent ontdekt, croquet. Anders dan cricket! Bij croquet sla je met behulp van een houten hamer de bal door ijzeren poortjes. Degene die als eerste de eindpoortjes haalt, is de winnaar. Aangezien het Stijn’s eerste keer was heb ik hem natuurlijk laten winnen. Heel toevallig was een oud collegaatje van mij van de Jola, Eline, ook in Melbourne! Op het croquetveld was de emotionele hereniging. De rest van de dag hebben wij met zijn 4’tjes (Stijn, ik, Eline en Paulien) doorgebracht met 4 dollar pizza en drankjes op de rooftopbar Naked for Satan. Maandag stond in het teken van tassen inpakken en ’s avonds hebben we een lekker hapje gegeten als afsluiting van Stijn’s avontuur. De volgende dag heb ik, toch wel met pijn in mijn hart, Stijn uitgezwaaid op het vliegveld. 2 weken later zouden we elkaar weer zien! Die avond ben ik op bezoek gegaan bij de familie die mij de eerste week heeft opgevangen. Erg leuk om ze weer even te zien, vooral de twee kleine doerakken. Woensdag was mijn laatste dag en bestond uit mijn koffers inpakken. Voor mijn laatste avond zijn we naar de Nightmarket gegaan bij de Queen Victoria Market, waar ik ook nog een vriendinnetje tegenkwam van de universiteit. Zo was dit een perfecte afsluiting van een fantastisch half jaar. Het afscheid van Benny, Melissa, Monica en Jon en al mijn andere vrienden was erg emotioneel. Maar het is geen goodbye, but a see you soon! Om half 4 in de ochtend stapte ik in het vliegtuig naar mijn volgende bestemming. DUBAI HERE I COME!

Veel liefs,
Suus&Stijn

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Suzanne

Volg hier al mijn spannende avonturen Down Under!

Actief sinds 01 Juli 2015
Verslag gelezen: 210
Totaal aantal bezoekers 8570

Voorgaande reizen:

01 Juli 2015 - 20 December 2015

DOWN UNDER !

Landen bezocht: